Analyse publiekshart
Eerst kijken we naar het functioneren van de binnenstad als publiekshart. Dan valt op dat Assen een groot en compleet aanbod van winkels, horeca, cultuur en evenementen heeft. Er is 80.000 m2 (winkel)ruimte in gebruik. Er is relatief veel aanbod in het lage en middensegment en dat sluit goed aan bij de voorkeuren van de inwoners van Assen.
Het verzorgingsgebied voor de winkels en de horeca is echter kleiner dan we altijd dachten: Assen en een cirkel van 15 kilometer daaromheen. In dat gebied wonen ongeveer 130.000 mensen. Daarmee komen we op de eerste en belangrijkste uitdaging. Het aanbod van winkelruimte in ons centrum is groter dan je op basis van het verzorgingsgebied zou verwachten. Daar komt nog bij dat de vraag naar fysieke winkelruimte de komende jaren afneemt, omdat een deel van de omzet in de binnenstad naar online winkels verschuift. We verwachten dat er op termijn nog maar behoefte is aan 60.000 m2 (winkel)ruimte. Dat is een afname van 40.000 m2, want de voorraad is op dit moment 100.000 m2.

Natuurlijk zijn er nuanceringen mogelijk op het verhaal over het verzorgingsgebied. Voor bijzondere functies – zoals Vanderveen, DNK, het Drents Museum en het TT-festival – is het verzorgingsgebied regionaal, landelijk en zelfs internationaal. Maar dat zijn de uitzonderingen.
In 2020 heeft de binnenstad – naar omstandigheden – goed gedraaid op basis van het toerisme in Drenthe. Zelfs beter dan andere jaren, omdat veel mensen door de coronacrisis in Nederland op vakantie gingen. Een nieuwe groep mensen heeft kennis gemaakt met Assen en haar vrijetijdsvoorzieningen. Hier valt nog een wereld te winnen. Toerisme is van belang voor een bruisende binnenstad. Tegelijkertijd moeten we ons wel blijven realiseren dat veruit het grootste deel van de omzet in de binnenstad uit het eigen verzorgingsgebied komt.

Sterke spreiding van functies
Wat ook kenmerkend is voor Assen is dat het publiekshart vrij groot is. Winkels, horeca en culturele voorzieningen zitten verspreid over de binnenstad vanaf de Weiersstraat tot de Jan Fabriciusstraat en van het Ceresplein tot de Kerkstraat. Het gevolg hiervan is dat bezoekers vaak maar een deel van de binnenstad bezoeken en dat bezoekersstromen worden uitgedund. De ligging van parkeergarages draagt ook bij aan die spreiding. Terwijl de binnenstad gebaat is bij concentratie van de bezoekers.
De bezoeker van de binnenstad hoeft niet per sé meer naar de binnenstad om de spullen te kopen die hij nodig heeft. Als kopen niet meer het primaire doel van een bezoek aan de binnenstad is, winnen andere bezoekmotieven – zoals sfeer, beleving en vrijetijdsbesteding – aan belang. We hebben hiervoor geconstateerd dat het aanbod in Assen vrij groot en compleet is. Daarentegen hebben een aantal van onze winkelstraten niet een heel duidelijk of onderscheidend profiel. De winst is dus vooral te behalen door beter in te spelen op de andere bezoekmotieven.

Coronacrisis
We stellen deze visie op terwijl we midden in de coronacrisis zitten. We maken een situatie mee die we nog nooit eerder hebben meegemaakt. Winkels en horeca zijn maandenlang gesloten. Ondanks overheidssteun is dit voor veel ondernemers een hele moeilijke tijd. Zeker is dat niet iedereen ongeschonden uit de strijd zal komen. Maar wat het lange termijneffect van deze crisis zal zijn, weten we nog niet. Blijven we thuis zitten achter het scherm of wordt de binnenstad de plek om te werken en – al dan niet online – te vergaderen? Het is nog te vroeg om daar iets over te zeggen.
Tegen deze achtergrond is er misschien weinig ruimte om na te denken over de lange termijn. Toch vinden we het belangrijk om juist nu óók een visie voor de lange termijn vast te stellen. Als de coronacrisis achter de rug is moeten we klaar staan. We gaan de binnenstad weer opbouwen, vanuit de visie en met een goede ontwikkelstrategie. Door nu te investeren kunnen we straks sterker uit de crisis komen.